Tue, 19/Mar/2024

Rijvaardigheid

Rijgeschikt of rijvaardig?

Om aan het verkeer deel te nemen moeten bestuurders medisch geschikt en rijvaardig zijn. Houders van een rijbewijs hebben ooit aangetoond dat zij aan deze voorwaarden voldoen. Desondanks is het mogelijk dat er getwijfeld moet worden aan de rijgeschiktheid of rijvaardigheid van sommige bestuurders.
Op dat moment is de verkeersveiligheid in het geding en kan de zogenaamde vorderingsprocedure worden gestart. De vorderingsprocedure is een verkeersveiligheidsmaatregel die wordt uitgevoerd door de divisie Vorderingen van het CBR namens de minister van Verkeer en Waterstaat.

Beginpunt van de procedure ligt bij de politie, de officier van justitie of de directeur van het CBR. Bij hen kan het vermoeden ontstaan, dat de houder van een rijbewijs niet meer voldoet aan de eisen voor geschiktheid of rijvaardigheid. Meestal ontstaat dit vermoeden door een feitelijke constatering van de politie.
De politie informeert dan door middel van een zogenaamde 'mededeling' de divisie Vorderingen van het CBR, die verder actie onderneemt.
Het vervolg van de procedure is afhankelijk van de door de politie geconstateerde feiten. Op grond van de mededeling en de geconstateerde feiten kan de divisie Vorderingen een betrokkene naar een onderzoek sturen.

Er zijn twee onderzoeken, het 'onderzoek naar de geschiktheid' en het 'onderzoek naar de rijvaardigheid'. Een andere mogelijkheid is nog dat betrokkene een cursus moet volgen.

Bij een vermoeden van ongeschiktheid komt het vaak voor dat er sprake is van alcoholgebruik. Afhankelijk van het promillage komt betrokkene dan in aanmerking voor een onderzoek bij een psychiater of de verplichting een EMA-cursus te volgen. EMA staat voor Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer.